Op 19 januari 1942 werd het Nederlandse koopvaardijschip Van Imhoff voor de kust van Sumatra gebombardeerd door een Japans vliegtuig, waarna het in de golven verdween. Aan boord bevonden zich bijna vijfhonderd in Nederlands-Indie woonachtige Duitse mannen die aan het begin van de oorlog door de Nederlandse koloniale overheid waren geïnterneerd. De bewakers en de bemanning van de Van Imhoff brachten zichzelf in veiligheid, zonder zich te bekommeren om de in het ruim opgesloten Duitsers. 411 van hen kwamen om het leven.
De ramp met de Van Imhoff vertelt het verhaal van deze mannen: hoe zij als vijandelijke onderdanen werden geïnterneerd aan het begin van de oorlog, en hoe hun levens eindigden ten tijde van die verschrikkelijke ramp die plaatsvond tijdens de oorlog tegen Japan in de Pacific. Het boek geeft bovendien een duidelijk beeld van de Duitse gemeenschap in Indonesië vóór de Tweede Wereldoorlog en van de nasleep van de ramp met het koopvaardijschip. Hoe ging de Nederlandse overheid daarmee om? Hoe verliep het debat over schuld en verantwoordelijkheid? En hoe verging het de gezinsleden van de omgekomen mannen?
Alle drie de auteurs zijn verbonden aan het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag.