In de vroege negentiende eeuw droomden de Britse luitenant-gouverneur Thomas Stamford Raffles en de Nederlandse gouverneur-generaal Godert van der Capellen van een modern en verlicht Indisch bestuur dat de belangen van het Europese moederland en de kolonie zou verenigen. Deze in de Europese Verlichting gegronde ideeën botsten echter hard met de werkelijkheid in de Indische Archipel. De inwoners en de laatste overgebleven autonome sultanaten boden passief en actief verzet tegen de Europese overheersers.
De grote man achter Raffles en Van der Capellen was Herman Warner Muntinghe. Muntinghe was een van de meest fascinerende en invloedrijke figuren uit de Nederlandse koloniale geschiedenis. Zijn idee dat de kolonie er niet alleen was voor het moederland, maar ook andersom, vond aanvankelijk veel weerklank, maar was gedoemd te mislukken. Muntinghes idealen verdwenen in de plooien van de geschiedenis, om pas veel later opnieuw ontdekt te worden. Het falen van zijn politiek mondde ten slotte uit in de verwoestende Java-oorlog (1825-1830), in het Cultuurstelsel en ook in Muntinghes persoonlijke ondergang. Zijn koloniale droom bleek een illusie.
Jan Folkerts (1953) studeerde vroegmoderne geschiedenis. Hij vervulde uiteenlopende functies in de erfgoedsector en bij het openbaar bestuur en publiceerde eerder onder andere over de geschiedenis van Noord- en Oost-Nederland en over koloniaal New York. Hij promoveerde in 2023 aan de Vrije Universiteit Amsterdam op de biografie van Muntinghe.