De Radboud Universiteit vierde in 2023 haar honderdjarig bestaan. In 1923 opende zij in het centrum van Nijmegen haar deuren onder de naam Roomsch Katholieke Universiteit. De stichting van de universiteit gold als een uniek en ambitieus project met als hoofddoel het stimuleren van katholieke jongeren tot het volgen van een academische studie. Bovendien wilden de stichters aantonen dat katholieken, naar wie doorgaans geringschattend werd gekeken, serieuze wetenschapsbeoefenaars konden zijn. Hoogleraren en studenten zouden in Nijmegen een eigen cultuur kweken, met eigen aandachtsgebieden, met eigen rituelen, in een eigen sfeer. De universiteit werd beschouwd als ‘kroon op de katholieke emancipatie’.
In de voorbije honderd jaar onderging de universiteit een volledige gedaanteverandering. De oude gebouwen werden verruild voor de moderne campus Heijendaal. Het katholieke karakter verdween goeddeels, soms schoksgewijs, meestal echter ongemerkt en geleidelijk. De wetenschapsbeoefening is inmiddels wijdvertakt en de academische bevolking gegroeid tot meer dan dertigduizend zielen: studenten, professoren en andere docenten, onderzoekers en ondersteunend personeel. De wereld waartoe zij zich heeft te verhouden is natuurlijk een totaal andere dan in 1923, maar de Radboud Universiteit wil met haar onderwijs en onderzoek onverminderd van betekenis zijn.
Universiteitshistoricus Jan Brabers beschrijft de bijzondere geschiedenis van een bijzondere universiteit.