‘A week is a long time in politics’, zo zou de Britse premier Harold Wilson hebben gezegd. De tijd vliegt, kortom, in de politiek. De Tweede Kamer als ‘burn-outfabriek’ getuigt ervan. Daar staat tegenover dat ‘de politiek’ – vaak gaat het dan om de bestuurlijke kant – soms ook tijd probeert te winnen door problemen voor zich uit te schuiven. Hoe dan ook is ‘tijd’ steeds een factor.
In de vijfentwintigste editie van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis wordt de rol van de tijd in de politiek vanuit uiteenlopende invalshoeken belicht. Wat is het effect van langdurige Kamerdebatten? Er wordt vaak geklaagd over de grote omloopsnelheid in de Tweede Kamer, maar hoe heeft zich de zittingsduur van Nederlandse parlementariërs ontwikkeld? Ook lijken politici een houdbaarheidsdatum te hebben, maar door welke factoren die wordt bepaald is minder duidelijk.
Daarnaast wordt aandacht besteed aan tijdgebonden taalgebruik in de politiek; de betekenissen van woorden veranderen immers. En ook normen en waarden veranderen door de tijd heen: pas 160 jaar na de afschaffing van de slavernij was voor de Nederlandse regering de tijd rijp om excuses aan te bieden.