De ‘Parijse manuscripten vormen’ de neerslag van Marx’ eerste, intensieve bestudering van de politieke economie, in zijn tijd als redacteur in Parijs. De kennismaking met deze jonge wetenschap gaf zijn denken een beslissende impuls. Marx raakte ervan overtuigd dat niet de speculatieve filosofie, maar de bestudering van onze materiële levensomstandigheden antwoorden moest bieden op de belangrijkste politieke en sociale vraagstukken van de moderne tijd.
In deze manuscripten staat het begrip ‘vervreemding’ centraal: eenzijdige, excessieve arbeid vervreemdt de mens van zijn arbeid, van het product van zijn arbeid en van zijn medemens, terwijl arbeid volgens Marx nu juist een bron van creativiteit en een middel tot zelfverwerkelijking moet zijn. Vanwege deze analyses hebben de ‘Parijse manuscripten’ vanaf hun postume publicatie in 1932 zowel marxistische als niet-marxistische denkers geïnspireerd. Velen van hen vonden bij deze jonge, humanistische Marx de basis voor een kritiek op de latere dogmatische marxistische ideologie.
‘Marx was een humanist voor wie vrijheid, waardigheid en menselijke activiteit de basisprincipes van de “goede samenleving” vormden.’ – Erich Fromm