Wat maakt ons tot mens? Traditioneel beantwoorden filosofen deze vraag door te wijzen op ons denkvermogen, maar dit antwoord is problematisch. Als computertechnici in staat zouden zijn om ons denkvermogen na te bootsen in machines, dan zouden we robots ook als mensen moeten beschouwen. Onderzoek naar de cognitie van dieren en planten laat bovendien zien dat ons denkvermogen niet zo uniek is als we dachten. Elke grens die we trekken tussen mensen en niet mensen lijkt zo te vervagen.
Dit boek onderzoekt hoe we de vraag wat ons tot mens maakt, kunnen beantwoorden als we niet beginnen bij het denken, maar bij het lichaam. Maar ook dat levert geen eenduidige definitie op. We kunnen ons lichaam immers met technische ingrepen veranderen, en onze ervaringen worden voortdurend beïnvloed door theorieën en metaforen. Juist in deze tijd waarin ons bestaan zo’n grote impact heeft op de wereld, wordt duidelijk dat de vraag naar de mens onze aandacht verdient.