Het koloniale en slavernijverleden van Hofstad
Den Haag gaat in op de rol van Haagse
elites en hun koloniale belangen, op de
aanwezigheid van tot slaaf gemaakten uit
Afrika en Azië in de Hofstad, en ook op de
belangen en betrokkenheid van het huis van
Oranje‑Nassau. Beschreven wordt hoe de
koloniale geschiedenis en de dekolonisatie
directe sporen in de stad hebben achtergelaten,
zowel onder de stedelijke bevolking als
in de culturele infrastructuur en architectuur.
Ook vooroorlogs antikoloniaal activisme,
de Tweede Wereldoorlog en de naoorlogse
migratie vanuit de koloniën naar Den Haag
komen aan de orde. Portretten in tekst en beeld
van hedendaagse Haagse burgers verhalen wat
het koloniale en slavernijverleden voor hen en
voor de stad van vandaag betekent.
In economische zin was Den Haag minder
sterk verbonden met de koloniën en slavernij
dan Amsterdam of Rotterdam, maar als
zetel van de regering en het hof was Den
Haag daarbij historisch gezien juist sterk
betrokken en dus ook medeverantwoordelijk.
De hedendaagse rol van Den Haag als ‘stad
van recht en vrede’ ligt in het verlengde van
die nationale en internationale functie, maar
staat tegelijkertijd op gespannen voet met de
koloniale geschiedenis.