Het bekendste werk van Friedrich Schleiermacher ( 1768-1834 ) is Over de religie — Betogen voor de ontwikkelden onder haar verachters, voor het eerst verschenen in 1799. Schleiermacher stelt in dit werk de vraag naar het wezen en het eigene van religie, dat hij beschrijft als ‘noch denken noch handelen, maar schouwing en gevoel’. Het is een ervaring, een gegrepen en vervuld worden door het universum.
Vanuit dit wezen van religie spreekt Schleiermacher verfrissend, soms uitgesproken radicaal en opvallend modern over vele facetten van religie: over het nut ervan, over religieuze opvoeding, over priesterschap en gemeenschap, over kerk en staat, over het christendom in relatie tot andere religies, over inspiratie, verbeelding, schoonheid en onsterfelijkheid.