Aan het einde van de negentiende eeuw was sport een activiteit voor een handvol elitaire jongemannen. Vijftig jaar later waren in alle uithoeken van het land sportvelden te vinden en was gymnastiek een verplicht onderdeel van de lesprogramma’s. Nog vijftig jaar later deden Nederlanders ook buiten school- en verenigingsverband fanatiek aan lichamelijke opvoeding en sport. Deze onstuitbare opmars was mede het resultaat van de arbeid van een bont gezelschap sport- en beweegpropagandisten. Zij schreven bibliotheken vol en reisden stad en land af om het grote publiek en de politiek het belang van dit nieuwe maatschappelijke verschijnsel duidelijk te maken. Sport was voor deze propagandisten namelijk veel meer dan een plezierige vrijetijdsbesteding; sport was voor hen een instrument dat in dienst stond van een hoger doel: herstel van vaderlandse glorie.
In Volkskracht reconstrueert Jelle Zondag de opkomst en verspreiding van sport, lichamelijke opvoeding en sportieve beweegpraktijken in Nederland. Aan de hand van de geschiedenis van het bewegingsonderwijs, het Nederlands Olympisch Comité en de Nederlandse scoutingbeweging verklaart hij hoe sport kon uitgroeien tot een alomtegenwoordig fenomeen.