In 1788 publiceert een zekere medisch doctor J.A. Schasz een satirisch reisverslag waarin hij zijn lezers meeneemt op een hilarische tocht door het apenland. De inwoners, allen genummerd, vertonen ondeugden die bepaald menselijk zijn. Maar misschien komt dat wel doordat ze verlangen mensen te wórden. Na talloze vergadersessies besluiten de apen uiteindelijk tot ‘generale afkapping’ van hun staarten, een zelfverminking die Schasz met een onverschrokken humor plastisch beschrijft.
Reize door het Aapenland kende anno 1788 slechts een bescheiden succes. Dat moest haast wel, want deze satire was naar de maat van de eigen tijd wel erg scabreus en liet veel te raden, ook naar de identiteit van de auteur. Was deze zonderlinge doctor misschien eigenlijk Pieter ’t Hoen of Gerrit Paape? Intrigerender is de vraag waartegen de tekst zich doodleuk keerde. Of houdt de Reize door het Aapenland ons misschien gewoon een spiegel voor over zotheid die van alle tijden is?
Door de heruitgave van P.J. Buijnsters uit 1973 kon een verse lichting lezers in de doldwaze apenkolonie op zoek naar de overeenkomsten en verschillen met de mensenwereld. De Reize door het Aapenland werd al snel een satirische klassieker, ook in het middelbaar en universitair onderwijs, en het succes duurt voort. De laatste editie, bezorgd door Peter Altena en met een voorwoord van Gerrit Komrij, is al verscheidene malen herdrukt. Doctor Schasz, wie hij ook moge zijn, blijft ons overrompelen en provoceren om in gelach uit te barsten over onze alledaagse ijdelheden.