Carel Willink (1900-1983) is een icoon in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Aan het eind van zijn leven was hij uitgegroeid tot de bekendste levende schilder van het land. Dat kwam ook doordat de media veel aandacht schonken aan zijn enerverende persoonlijke leven. Maar vooral was zijn naam verbonden met talrijke opmerkelijke, vervreemdende schilderijen. De een verguisde hem omdat hij niet abstract schilderde en niet vernieuwend zou zijn. De ander bewonderde hem vanwege zijn voortreffelijke techniek, en meer nog vanwege de geheimzinnige atmosfeer van leegte en ondergang in zijn werk.
In Schitterende verontrusting beschrijft Rémon van Gemeren het veelbewogen leven van Willink, en daarbij legt hij een relatie tussen zijn persoonlijkheid, werk en tijd. Gaandeweg ontstaat het beeld van een aimabele en pessimistische man voor wie de wereld onsamenhangend en onheilspellend was. Daarom schilderde hij dingen die hij mooi vond, aldus Van Gemeren. Het waren zijn enige zekerheden te midden van alle onmacht en vergankelijkheid.