De cultuur die zendeling Willem Steinhart is gaan bewonderen, wordt mede door hem vernietigd.
'Nadat de ganse stoet zich enige malen langzaam dansend om de tent bewogen had, gingen wij met al het dansend volk in het kolossale huis van de hoofdman. In de grote zaal was voor ons Europeanen de tafel gedekt. Wij plaatsen ons, terwijl het volk, wel 500 mensen, voor ons hunne dansen uitvoerden. Het was een bont, en belangwekkend schouwspel en ik moest dikwijls zuchten: Heer, erbarm u over dit volk! En dit te meer als mijn blik zich richtte naar al die afgodsbeelden tegen de wand.'
In 2009 wordt op een zolder in Den Haag een zeldzame collectie houten voorouderbeeldjes ontdekt, afkomstig van de Batoe-archipel. Achter deze bijzondere verzameling gaat een rijke geschiedenis schuil over acht zendelingen die tussen 1889 en 1942 werkzaam zijn op deze eilanden en hun pogingen de zielen van de inheemse bevolking te winnen voor het christendom. Een van deze zendelingen is Willem Steinhart, die in 1924 op de Batoe-eilanden arriveert. Vol hooggestemde idealen begint hij met zijn werk, maar al snel moet hij onder ogen zien dat de cultuur die hij is gaan bewonderen, mede door hem vernietigd wordt. Het is een inzicht dat leidt tot een innerlijke strijd waarmee hij zich geen raad weet.