In dit belangrijke werk beschrijft Hannah Arendt de opkomst van het antisemitisme in Centraal- en West-Europa in de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Fascisme en totalitarisme ontstonden juist op het moment dat de natiestaat begon in te storten. Arendt heeft speciale aandacht voor de beruchte Dreyfusaffaire, waarbij antisemitisme voor het eerst gebruikt werd als een instrument van publiek beleid en om het politieke wapen van de massahysterie op te roepen.
Antisemitisme is het eerste deel van een driedelige studie naar de filosofische oorsprong van het totalitarisme. Dit hoofdwerk van Hannah Arendt heeft een beslissende invloed gehad op het denken over totalitaire regimes en op ons filosofische en politieke begrip van de terreur van de Holocaust. Met de opmars van autoritaire leiders en groeiende sentimenten van nationalisme en antisemitisme in onze tijd is dit boek niet alleen een historische analyse, maar vooral ook een waarschuwing voor de toekomst.