Dat een zeer intelligent kind de uitkomst van 4 + 3 niet kan onthouden, lijkt onwaarschijnlijk. ‘Alweer die vingers’, verzucht de leerkracht, en denkt: misschien heb ik haar toch overschat. Het gangbare idee is immers: bij een hoog IQ hoort een vlotte rekenontwikkeling. Maar dat is niet waar. De praktijkverhalen in dit boek laten zien dat zelfs bij een IQ van 130 de getalsverwerking gestoord kan zijn. Zo’n stoornis brengt veel moeilijkheden met zich mee. Maar het goede nieuws is dat een succesvolle schoolloopbaan toch mogelijk blijkt. Dat vergt veel van de leerling zelf én van de omgeving. De steun van een ouder of een leerkracht kan beslissend zijn.
In dit boek staan elf individuele verhalen over meisjes en jongens van acht tot achttien jaar, van kleuterschool tot universiteit. Tussen de verhalen in treft de lezer verdiepende informatie over dyscalculie en intelligentie. Bijvoorbeeld: kun je met dyscalculie ook niets beginnen met wiskunde of ligt dat toch anders? En: wat is het verschil tussen de WISC-III en de WISC-V?
Dyscalculie en een hoog IQ is bedoeld voor docenten en leerkrachten, RT’ers, IB’ers en zorgcoördinatoren in het primair en voortgezet onderwijs die worstelen met deze problematiek, maar zeker ook voor ouders met een kind dat op veel vlakken bovengemiddeld presteert, maar met rekenen vreemd genoeg achterblijft.
Marisca Milikowski is diagnosticus bij de Rekencentrale, instituut voor rekenen en dyscalculie. Zij publiceerde eerder Dyscalculie en rekenproblemen: 20 obstakels en hoe ze te nemen (2012), De gelukkige rekenklas (2008, met Tom Braams) en de Nederlandse Dyscalculie Screener (NDS; 2013, met Stephan Vermeire). Marisca Milikowski is ook coauteur van de Boom leerlingvolgsysteemtoets