Het klassieke beeld van academische vrijheid is dat van een rivier die af en toe buiten zijn oevers treedt. De overstroming brengt soms forse schade toe, maar het nieuwe laagje slib dat zich dan afzet is op den duur belangrijker voor de vruchtbaarheid van het land dan de tijdelijke schade die is toegebracht. In het rivierenland dat Nederland is, kan het niet treffender worden uitgedrukt.
De academische vrijheid staat tegenwoordig steeds meer onder druk: autoritaire regimes dulden geen kritische geluiden, het machtige bedrijfsleven probeert te bepalen waar wetenschap over moet gaan en invloedrijke politici als Baudet beschouwen een deel van de academici als ondermijners van de westerse beschaving en pleiten voor een meldpunt voor ‘linkse docenten’. Alle reden dus voor bezinning op wat academische vrijheid is, waar ze vandaan komt, waar ze voor dient en aan welke bedreigingen ze blootstaat.