De formatie van colleges van burgemeester en wethouders verloopt anders dan die van een nationaal kabinet. Persoonlijke voorkeur en afkeer spelen een grotere rol, en tegelijk wordt er pragmatischer omgesprongen met de tegenstelling tussen traditionele en populistische partijen. Dat komt doordat men gewend is geraakt aan het bestaan van lokale partijen en hun aloude rivaliteit met de nationale partijen. Bovendien gaat de collegevorming er in grote steden anders aan toe dan in de kleinere gemeenten.
Dit boek laat niet alleen de vindingrijkheid van (in)formateurs en onderhandelaars zien, maar ook de valkuilen waarin zij terecht kunnen komen. Het is een praktische handleiding voor toekomstige gemeenteraadsleden en daarnaast een waardevolle informatiebron voor iedereen die is geïnteresseerd in politiek.