Nadat Geert Wilders in september 2004 uit de VVD-fractie was gestapt, slaagde hij er lange tijd in om met zijn Partij voor de Vrijheid het politieke debat te domineren. Als erfgenaam van Pim Fortuyn vertolkte hij de stem van kiezers die zich zorgen maken over immigratie, islam, het afbrokkelen van de Nederlandse identiteit en de staat van de democratie.
Met zijn eigenzinnige, onvoorspelbare en dwarse optreden verraste Wilders dikwijls zowel vriend als vijand. Als gedoogpartner van het eerste kabinet-Rutte verspeelde hij een machtspositie door plots zijn steun in te trekken. Meermaals werd zijn politieke einde voorspeld, maar meermaals ook leek hij, afgaande op de peilingen, de macht voor het grijpen te hebben.
Met de opkomst van Thierry Baudet en het Forum voor Democratie is een nieuw hoofdstuk begonnen in de geschiedenis van de PVV: Wilders is het monopolie op de rechterflank kwijtgeraakt. Wat nu?