Sport, diplomatie en wetenschap, in alles blonken de Kesslers uit, maar bovenal in de handel. De familie Kessler bracht de grondleggers voort van twee van de grootste Nederlandse ondernemingen: Koninklijke Shell en Hoogovens. In deze meeslepende familiegeschiedenis weerspiegelt zich het grotere verleden van Nederland. De Kesslers stonden aan de basis van een nieuwe wereld, gebouwd op en afhankelijk van olie en staal.
Aan ambities heeft het de Kesslers nooit ontbroken. In Nederlands-Indië hoopten ze rijk te worden, maar hun plannen voor plantages en andere ondernemingen liepen op niets uit en eindigden steevast in ruzie. Dit veranderde toen August Kessler in 1892 de eerste petroleum voor de Koninklijke aanboorde. Het maakte ‘oliekerel’ August tot de aartsvader van de Nederlandse aardoliewinning. Na zijn vroege dood in 1900 was het aan de inmiddels vermogende weduwe Margo Kessler-de Lange om hun kinderen op te voeden, niet in Indië, maar in Nederland. Haar zoons ontwikkelden zich tot nuttige burgers en haar dochters huwden de juiste echtgenoten, zoals de toonaangevende pedagoog Philip Kohnstamm en de natuurkundige Aad Fokker, collega van Einstein en Lorentz. Zo vestigden de nouveaux riches een ware dynastie.
In De Kesslers vertelt Jeroen Koch de fascinerende saga van drie generaties Kessler. Het is een verhaal over Nederlandse burgerlijke cultuur in Azië en Europa met een ‘verkeerd heden en verleden’ van westerse overheersing en oliewinning.