Dit boek bekritiseert de organisatiekundige en veranderkundige theorievorming en praktijkuitvoering die al decennia lang de aanpassing centraal stelt. Het gaat in tegen de tendens tot doelgerichte aanpassing in hedendaagse benaderingen, zoals zelfsturing, collectieve flow, esthetisering en werkdiscipline (de `nieuwe strengheid`). De schrijver vraagt aandacht voor de organisatiemens als een wezen van verlangen dat fundamenteel onaangepast is. Er is een diepgaand, niet te overbruggen verschil tussen mens en organisatie, met als gevolg een onontkoombaar lijden. Het boek is bedoeld voor studenten organisatiekunde, veranderkunde, begeleidingskunde, bedrijfskunde, bestuurskunde en organisatiefilosofie, alsook voor in de praktijk werkzame managers, organisatieadviseurs en professionals. Het boek is genomineerd voor de titel boek van het jaar/publieksprijs 2004 van de Orde van Organisatie Adviseurs (OOA).