Visie op mensen met een verstandelijke handicap bepaalt in hoge mate de bejegening van hen. Met behulp van kernbegrippen en hulpverleningsmodellen wordt de in dit werkboek gepresenteerde visie verantwoord. Veel praktijkvoorbeelden brengen de visie tot leven.
Er wordt ingegaan op agressie, seksualiteit, dood, handelingsverlegenheid en de betekenis van gedrag. Dit mondt uit in een aantal vuistregels die als richtsnoer kunnen dienen in de omgang met mensen met een verstandelijke handicap, ongeacht hun niveau of aard van functioneren. De houding van de begeleider staat centraal. De kritische zelfreflectie voert de boventoon. De praktijkvoorbeelden, vragen, stellingen en opdrachten maken van dit boek een werkboek.
Dit boek is geschikt voor iedereen die in de omgang met mensen met een verstandelijke handicap zijn visie en attitude helder wil krijgen. Aan studenten mbo en hbo wordt een kader geboden; een zelfconfronterende kennismaking met mensen die een verstandelijke handicap hebben. Voor organisaties en instellingen is dit boek bruikbaar om hun visie - een belangrijk kwaliteitsinstrument - te toetsen.