De Nederlandsche Bank voor Zuid-Afrika was de eerste Nederlandse overzeebank. In het geheel van het Nederlandse bankwezen speelden de overzeebanken of buitenlandbanken een bescheiden rol. Toch waren deze voor de relaties met overzeese gebieden van veel betekenis, al bleven ze in de schaduw staan van de 'koloniale' banken.
De bank werd opgericht in 1888, deels onder invloed van de beweging in ons land ten gunste van het bedreigde Transvaal. Zij bleef haar activiteiten voortzetten onder het Engelse bewind aldaar en later in de Unie van Zuid-Afrika. Tegenslagen bleven haar niet bespaard, maar mede dankzij de fusie met de Transvaalsche Handelsbank wist zij in Zuid-Afrika een goede positie te verwerven. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde de bank zich in Nederland tot een middelgrote algemene bank, waarbij zij zich geleidelijk terugtrok uit haar oorspronkelijke werkgebied. Na een fusie met de Amsterdamsche Goederen-Bank in 1954 ging zij als Nederlandse Overzee Bank in 1969 samen met de firma Mees & Hope tot Bank Mees & Hope, die op haar beurt in 1975 werd overgenomen door de Algemene Bank Nederland.
Dit boek is het eerste uitgebreide overzicht van de geschiedenis van een van de Nederlandse overzeebanken. Het geeft een duidelijk beeld van een sector die tot dusver weinig aandacht kreeg, en die toch een belangrijke bijdrage leverde aan de internationale oriƫntering van het Nederlandse bankwezen.