In maart 2014 hielden de deelgemeenten in Rotterdam op te bestaan. De Eerste Kamer had een jaar eerder ingestemd met het wetsontwerp afschaffen deelgemeenten. Dat betekende voor Rotterdam en Amsterdam, de enige Nederlandseb gemeenten met deelgemeenten of stadsdelen, het einde van een lange periode van decentraal bestuur.
Op het gebied van binnengemeentelijk decentraal bestuur heeft Rotterdam altijd een voorhoedepositie ingenomen. Wijkraden, vanaf 1947, en deelgemeenten, vanaf 1973, waren een Rotterdamse uitvinding, bedoeld om de burgers invloed en zeggenschap te geven in hun woon- en leefomgeving. 'Participatieorganen van de burgerij' werden ze ook wel genoemd. Vele Rotterdammers zijn op deze wijze bij het bestuur van hun stad betrokken geweest.
Wijkraden hadden vooral een adviesfunctie. Deelgemeenten hadden daarnaast ook bevoegdheden op het gebied van welzijn en buitenruimte. Later werden de deelgemeenten door het stadsbestuur ingeschakeld om generiek stedelijk beleid om te zetten in maatwerk in hun gebieden.
Wijkraden en deelgemeenten waren weliswaar belangrijk voor de stad, maar zeker niet onomstreden. In opdracht van het gemeentebestuur heeft Sjef van de Poel de besluitvorming op de Coolsingel over decentraal bestuur in Rotterdam tussen 1947 en 2014 geanalyseerd en beschreven. Vele direct betrokkenen hebben een bijdrage geleverd aan het onderzoek. Betwist Bestuur past daarmee in een reeks van publicaties over de stadsgeschiedenis van Rotterdam.