De opkomst van coachen wordt meestal als een vanzelfsprekendheid ervaren die past in onze tijdgeest. het lijkt niet meer weg te denken uit het dagelijks leven.
Welke plaats en functie heeft coachen binnen onze cultuur? Waarom is de reflectie over de begrippen en vooronderstellingen van het coachen zo afwezig, terwijl elke coach het belang van reflectie benadrukt? Dit leidt niet tot 'metareflectie' waarin het denken over het coachen voorwerp van reflectie wordt.
Dit boek beantwoordt deze vragen aan de hand van een kritische analyse van coaching als cultuurfilosofisch thema. Het brengt omschrijvingen van het coachen van invloedrijke auteurs en de bijbehorende kernbegrippen uit de coachingsliteratuur in kaart. Het expliciteert achterliggende morele en antropologische vooronderstellingen, waarbij het gaat om mensbeelden, begrippen, waarden en normen. Deze vooronderstellingen worden geanalyseerd met behulp van filosofische denkbeelden en geeft een aanzet voor een bijgesteld coachingsparadigma.