De kunstdief van Michael Finkel beschrijft een van de meest opmerkelijke waargebeurde misdaadverhalen van de eenentwintigste eeuw. Al eeuwenlang worden kunstwerken over de hele wereld op ontelbare manieren gestolen, maar niemand is zó succesvol als meesterdief Stéphane Breitwieser.
In bijna acht jaar tijd pleegde Breitwieser meer dan tweehonderd roofovervallen in musea en kathedralen in heel Europa, waaronder ook in Nederland en in België. Samen met zijn vriendin, die op de uitkijk stond, stal hij meer dan 250 objecten. Maar in tegenstelling tot de meeste dieven stal hij nooit voor geld. Breitwieser stal uit pure passie voor kunst en bewaarde al zijn schatten in een geheime kamer waar hij ze kon bewonderen. Tot een laatste daad van overmoed alles deed instorten…