Met zijn belijdeniscatechisanten heeft de schrijver een winter lang nagedacht over de vraag wat er allemaal op één zondagmorgen gebeurt. De vragen komen al op je af op het moment dat je het gordijn van je slaapkamer opendoet. Hoe is onze wereld tot stand gekomen? En als God de Schepper is, hoe zit het dan met zijn almacht? En waarom zou het christelijk geloof het eigenlijk bij het rechte eind hebben? Hoe komen we trouwens aan die vrije zondag? En als je besluit om naar de kerk te gaan, wat tref je daar dan aan? Hoe zit het overigens met al die verschillen tussen zoveel kerken? En dan de Bijbel, waaruit in de kerk gelezen wordt, hoe is die tot stand gekomen en welk gezag heeft dat boek? Zo behandelt dit boek alles wat op één zondagmorgen op je af komt. Door de verhalende manier van schrijven is dit boek geschikt voor persoonlijk gebruik, maar door de gespreksvragen ook voor belijdeniscatechisanten en gesprekskringen. In deze tiende, herziene druk zijn enkele aanvullingen opgenomen, onder andere in verband met het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland.