Hij pleegde honderden inbraken, werd tot vijfentwintig jaar gevangenisstraf veroordeeld en wist talloze keren met succes te ontsnappen. Tot aan zijn laatste arrestatie in de jaren tachtig gold Gerrit de Stotteraar (1920-circa 2003) als de bekendste inbreker van Nederland.
Zijn criminele loopbaan speelde zich af in de tijd waarin er meer aandacht voor ‘de mens achter de dader’ ontstond en het strenge, rigide gevangenissysteem in ons land in een van de mildste strafregimes ter wereld veranderde. Gerrit de Stotteraar is behalve de biografie van een kleurrijk figuur uit de schimmenwereld van de ‘ouderwetse’ misdaad ook een portret van een unieke periode uit onze rechtsgeschiedenis.
De spottende en afkeurende berichten in de kranten vanwege zijn inbraken zal hij hebben ervaren als de echo van het hoongelach en de pesterijen van zijn vroegere klasgenoten om zijn spraakgebrek.