Tien jaar na haar debuut is Sanneke van Hassel niet meer weg te denken uit het literaire landschap. Jan van Mersbergen, schrijver en generatiegenoot, selecteerde zevenentwintig van haar verhalen en leidt ze stuk voor stuk in: ‘De combinatie van expliciet en impliciet, en het doseren daarvan, geen enkele schrijver in Nederland beheerst dat op die manier.’ De schrijvers delen het talent om eigentijdse dilemma’s en complexe relaties tussen vrienden, geliefden, ouders en kinderen op een spannende manier te tonen en weten met schijnbaar eenvoudige middelen rijke werelden op te roepen.
‘Ze kende de fietspaden die hij nam. Vaak had ze achterop gezeten. Hij trapte stevig door, langs lantarenpalen en zwiepende struiken. Met haar handen op zijn flanken reed ze door de nacht. De bagagedrager haar troon. Ze liefkoosde z’n regenjas, de grijze krullen in z’n nek.’