Werken met begaafdheid in de klas is de opvolger van Werken met begaafde leerlingen in de klas en is geschreven voor leraren in opleiding en leraren in de praktijk. Het boek bevat verdiepende informatie over begaafdheid gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Deze inzichten zijn vertaald naar praktische handvatten en tips voor het werken met begaafde leerlingen in de klas. Aan de hand van casussen uit de praktijk worden diverse relevante thema’s behandeld, zoals motivatie, metacognitie, disharmoniehypothese en hooggevoeligheid. Je leest ook over de discussies omtrent de terminologie van begaafdheid. En er is aandacht voor het wetenschappelijk discours rondom de gevoeligheid van begaafde leerlingen. De rode draad in het boek is de vraag: Wat zou jíj als leerkracht kunnen doen om begaafde leerlingen op een goede manier te ondersteunen?
Passend onderwijs voor alle kinderen zorgt ervoor dat ook de ontwikkeling van de begaafde leerling de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt. Het goed in kaart brengen van de onderwijsbehoeften van begaafde leerlingen is complex, terwijl passend onderwijs ook voor deze leerlingen hard nodig is.
Het boek geeft diverse handreikingen om in de klas aan de slag te gaan. Uitgangspunt hierbij is steeds ‘het goed kijken naar en begrijpen van de begaafde leerling’. De wijze waarop de handreikingen en tips zijn geformuleerd sluit aan bij het kijken naar en werken met begaafde leerlingen vanuit een pedagogisch sensitief perspectief.
Over de auteurs
Anouke Bakx is bijzonder hoogleraar Begaafdheid aan de Radboud Universiteit en lector Goed leraarschap, Goed leiderschap aan de Fontys Hogeschool Kind en Educatie.
Esther de Boer is eigenaar/trainer en verzorgt scholing via Bijzonder Gewoon Begaafd. Daarnaast is zij psycholoog, ECHA- specialist en begeleidt zij kinderen en volwassenen.
Maartje van den Brand is orthopedagoog en ECHA-specialist en werkzaam bij OnderwijsZorgTeam.
Ton van Houtert is ontwikkelingspsycholoog en docent aan de Fontys Hogeschool Kind en Educatie.