Dit praktisch geschreven Basisboek ontwerponderzoek helpt jou als (aankomende) leraar bij het ontwikkelen van een open en kritisch-onderzoekende houding en onderzoeksvaardigheden. Daarmee ben je in staat je eigen onderwijs voortdurend te verbeteren en bij te dragen aan de ontwikkeling van onderwijs op school. In het boek wordt ook aandacht besteed aan de methodiek van onderzoek doen die passend is voor ontwerponderzoek in het onderwijs. Onderwijsinnovatie staat of valt uiteindelijk met de vaardigheid van leraren om onderwijs te ontwerpen en te herontwerpen.
Als leraar ben je voortdurend bezig met het optimaliseren van je onderwijs. Je probeert verschillende didactieken uit, past je rol als leraar aan of zet nieuwe materialen in. Maar heb je vooraf de tijd genomen om de praktijksituatie die je wilt beïnvloeden, goed te analyseren? Kun je achteraf aan collega’s uitleggen waarom dat wat je hebt uitgeprobeerd in de praktijk (niet) werkte? Of vraag je je af of je wel de juiste keuzes hebt gemaakt?
Onderzoek doen lijkt vaak een ‘ver-van-mijn-bed-show’ als je voor de klas staat. De volgende les komt er alweer aan, waar haal je de tijd voor onderzoek vandaan? Maar met een onderzoekende houding zie je in elke les een onderzoekscyclus voorbij komen: van onderwijs maken tot evalueren. Deze cyclus kun je af en toe eens verdiepen, al dan niet samen met collega’s. Onderwijs ontwerpen en onderzoeken wordt daardoor iets vanzelfsprekends, logisch passend bij je functie als (startend) docent in een steeds wisselende context. Dit boek geeft je de handvatten om dit stap voor stap aan te pakken. Het ontwerpproces is opgedeeld in zes stappen, waarin telkens aandacht is voor het waarom en hoe van onderzoek doen.