Ongeveer een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een chronische lichamelijke ziekte, waaronder ook kinderen en jongeren. Denk hierbij aan diabetes, hart- en vaatziekten, kanker, maag-darmproblemen, migraine en algemene klachten zoals pijn of vermoeidheid. Hoewel sommige mensen goed kunnen functioneren met hun ziekte, bijv. door medicatie en/of leefstijl, zijn er ook patiënten die het moeilijk vinden om hun aandoening en bijkomende problemen zelfstandig het hoofd te bieden. Dit boek is geschreven voor professionals op psychosociaal gebied die in hun werk hulpvragen (kunnen) krijgen van deze patiënten, zoals GZ-psychologen, psychotherapeuten, klinisch psychologen, maatschappelijk werkers, en praktijkondersteuners van huisartsen.
Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden ziekte-overstijgende interventie-mogelijkheden beschreven voor een aantal deelgebieden; in het tweede deel worden voor ruim 10 aandoeningen zowel somatische als psychosociale kenmerken beschreven, steeds geïllustreerd met casuïstiek.
In deze tweede, geheel herziene druk zijn onderwerpen opgenomen die de afgelopen decennia aan relevantie hebben gewonnen in het denken over ziekte en gezondheid, zoals de rol van stress, leefstijl en emotie-regulatie, levensloop-psychologie, en de toename van E-health-mogelijkheden. Ook veranderende inzichten in genetica, auto-immuunziekten en multimorbiditeit komen aan de orde.
Het boek werd samengesteld en geredigeerd door Grieteke Pool (Klinisch psycholoog/psychotherapeut en universitair docent gezondheidspsychologie), Fredrike Heuvel (GZ-psycholoog en werkzaam als revalidatie-psycholoog), Adelita V. Ranchor (hoogleraar gezondheidspsychologie) en Robbert Sanderman (hoogleraar gezondheidspsychologie), allen in dienst van het UMC Groningen.