Het vak geschiedenis bestudeert een werkelijkheid die niet meer bestaat. Wie kennis over het verleden wil vergaren, is aangewezen op overblijfselen van menselijke activiteiten. Bij het interpreteren van die overblijfselen moet recht worden gedaan aan het verleden. Dat wil zeggen dat mensen uit andere tijdperken in hun waarde worden gelaten en niet op basis van moderne, eigentijdse denkbeelden als 'achterlijk' of 'onwetend' worden weggezet. Dit besef van tijdsverschil ligt aan de basis van de wijze waarop de historicus denkt en redeneert. Het maakt het verschil tussen geschiedenis en andere sociale wetenschappen.
In 'Historisch denken. Basisboek voor de vakdocent' worden de aspecten van historisch denken en redeneren op overzichtelijke en heldere wijze besproken. In het voortgezet onderwijs maken deze aspecten deel uit van het eindexamenprogramma geschiedenis. Daarom is deze uitgave een onmisbaar studieboek voor de toekomstige geschiedenisleraar en een handig naslagwerk voor de zittende leraar.
Het boek bevat:
* Veel voorbeelden die de theorie begrijpelijk en gemakkelijk overdraagbaar maken.
* Studievragen die de lezer attenderen op de hoofdpunten van de tekst.
* Teksten en opdrachten die een zinvolle toepassing van de theorie mogelijk maken.
* Een rijke hoeveelheid illustraties.
De auteurs zijn historici en als docent verbonden aan de lerarenopleiding geschiedenis van de Hogeschool van Amsterdam, de Hogeschool Inholland en de Hogeschool Utrecht. Als lerarenopleiders misten ze een toegankelijk overzicht over historisch denken voor geschiedenisleraren. Met 'Historisch denken' hebben ze een basisboek gemaakt dat zo'n uniek overzicht biedt.