Het aangrijpende relaas van de tocht van een Vlaamse verzetsman door het verwoeste Duitsland.
23 december 1943. De zeventienjarige Louis Van Meel wordt door de Gestapo uit zijn bed gelicht en naar het kamp van Breendonk gevoerd. Enkele maanden later wordt hij op transport gezet naar Buchenwald, om uiteindelijk in een werkkamp te belanden.
In april 1945 moet hij op dodenmars, opgejaagd door kampbewakers. Samen met drie lotgenoten weet hij te ontsnappen. Hij begint aan een helletocht naar België, dwars door het verwoeste Duitsland. In de door Sovjettroepen bezette gebieden is hij getuige van de vreselijkste feiten.
Eind mei 1945 is Louis eindelijk weer thuis. In de jaren daarna vertrouwt hij wat hij heeft meegemaakt tot in de gruwelijkste details toe aan het papier.