Christa Meindersma is zesentwintig als Chinese soldaten haar tijdens een vreedzame betoging in Lhasa beschieten. Met twee kogelgaten in haar lichaam wordt ze naar een ziekenhuis gebracht. Daar wordt het pas echt eng: is de operatie bedoeld om haar leven te redden of wil men haar, de ongewenste westerling, juist laten sterven in een hospitaalbed? Ze overleeft.Deze gebeurtenis bepaalt haar levenslange verbondenheid met de Tibetanen en de Dalai Lama. In De rode kogel vertelt Meindersma over de Tibetanen die haar op enig moment in haar leven hebben geraakt: een activist, een spion, een minnaar, een non, een politiek gevangene, een dichter, een leraar, de Dalai Lama. De rode kogel is ook haar persoonlijke zoektocht naar wat het betekent om te overleven en vrij te zijn als anderen worden verdrukt en gedood.Meindersma’s boek is vaak intiem, soms absurdistisch en altijd ontroerend. ‘Vertel de wereld over ons, over de Chinese wreedheden,’ smeekten de Tibetanen haar. Met De rode kogel lost ze deze belofte in.