Met een van de eerste deportatietransporten uit Slowakije kwam Filip Müller in april 1942 in Auschwitz. Hij werd gedwongen om als lid van het Sonderkommando in de gaskamers en crematoria te werken. Bij wijze van hoge uitzondering heeft hij dat bijna drie jaar vol kunnen houden: de meeste leden van het Sonderkommando werden na drie maanden omgebracht. Müller, die door ziekte werd geplaagd en van zelfmoord weerhouden, overleefde niet alleen het kamp, maar ook de dodenmars in januari 1945, om uiteindelijk te getuigen van de dagelijkse praktijken in het diepst van de hel. ‘Het was mijn opdracht om te laten zien wat er zich tussen de muren heeft afgespeeld en hoe het mogelijk was om binnen 24 uur bijna 20 000 mensen te doden.’ Hij is een van de weinige gevangenen die zoveel mensen zag sterven en die zelf leefde om het te vertellen – in Shoah van Claude Lanzmann en in zijn eigen unieke ooggetuigenverslag.Arnon Grunberg, die eerder de bloemlezing Bij ons in Auschwitz samenstelde, voorziet Filip Müllers getuigenis van een inleiding.