Decennialang gold prins Bernhard als oorlogsheld en symbool van het verzet, totdat zijn imago in de jaren zeventig onherstelbare schade opliep door de Lockheed-affaire. Zijn toegankelijkheid voor ‘onoorbare verlangens en aanbiedingen’, zoals de onderzoekscommissie het in 1976 verwoordde, werd met terugwerkende kracht ook van toepassing geacht op zijn gedrag tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar hoe terecht was deze veranderde kijk op Bernhards jongere jaren?
In Bernhards oorlog laat veelgeprezen biograaf Dik van der Meulen zien dat prins Bernhard vooral een complexe figuur was, die doodsverachting paarde aan opportunisme; een man die egocentrisch was en tegelijk loyaal aan zijn vrienden – hoewel niet altijd aan zijn eigen echtgenote. Tijdens zijn ballingschap in Londen had hij meer te zeggen dan veel historici menen, maar minder dan hijzelf en zijn schoonmoeder Wilhelmina wensten.
Bernhards oorlog bevat tal van nieuwe inzichten in het doen en laten van prins Bernhard in de Tweede Wereldoorlog.