De egel, dat ben ik is een boek dat een wel heel bijzondere plaats inneemt in het oeuvre van Toon Tellegen. We lezen over de egel en al zijn wederwaardigheden, over zijn stekels (‘Waarom heb ik zoveel stekels? dacht de egel. Waarom niet één of twee? Ik heb toch ook maar één neus en twee oren?’), en over zijn verlangen naar eenzaamheid en rust. En tegelijk lezen we daarmee misschien de diepste wensen van de schrijver zelf. ‘Ik wou dat ik in mijn hoofd kon kijken, dacht hij op een keer. Wat een rommel moet het daar zijn! Waarom kan ik wel mijn huis opruimen en niet mijn hoofd?’
Opnieuw blinkt Toon Tellegen uit in het beschrijven van alle gemoedstoestanden die we kennen. Annemarie van Haeringen tekende de egels erbij, van somber tot vrolijk, van minderwaardig tot feestelijk hoogmoedig.