Omgaan met een ander, het is wat. En je komt wat tegen in je leven. Het hoofdpersonage in de verhalen van Bart Meuleman, een wat stugge, twijfelende jongensziel, zoekt zijn plaats in de wereld en ontmoet daarbij de meest uiteenlopende figuren: een zwakbegaafde achterneef, het lief van zijn broer, een eerste minister, een goede kennis van een beruchte moordenaar. Altijd is er ongemak. Ook in zijn omgang met familie, een geliefde of dichte vrienden blijft de vraag: wat denkt iemand anders nu echt? Is het mogelijk om de ander te kennen, met hem of haar samen te zijn? Want al heeft hij er schrik van, niets is hem zo dierbaar als nabijheid. Dat beseft hij nog het best als hij zich overgeeft aan een favoriete bezigheid: het met ingehouden adem bekijken van foto’s.
Wij zijn nooit alleen laat zich lezen als een portretgalerij van naasten en onbekenden. Het zijn momentopnames die getuigen van een grote gevoeligheid: even scherp als schaamteloos, en pijnlijk en geestig tegelijk.