De wereld van Wim Hofman is een wereld vol verwondering, speels bekeken en met humor beschreven. Niets ontsnapt aan zijn aandacht – of dat nu het kleinste diertje op het strand of de vogel hoog in de lucht betreft, het kind dat die vogel tekent of de mens die de vissen eet. Hij sleept ons mee in wetenswaardigheden, zoals het aantal vleugelslagen dat een vlieg per seconde maakt en de pissebed die het liefst een harig vloerkleed mijdt. Maar het gedrag van de mens slaat misschien wel alles, getuige het sublieme openingsverhaal ‘Natuurhistorisch Museum of: De stagiaire’.
In feite zijn Hofmans vertellingen zijn eigen natuurhistorisch museum: een collectie van zijn observaties, van het grimmige, van het absurde, van het leven in Zeeland en van herinneringen aan zijn jeugd – magnifiek geïllustreerd door hemzelf.