Wat betekende het om gevangen te zitten in bezet Nederland? Dat onderzoekt Bas von Benda-Beckmann in deze geschiedenis van de belangrijkste Duitse gevangenis op Nederlands grondgebied. Kort na de meidagen van 1940 vorderde de bezettingsmacht een deel van het Scheveningse gevangeniscomplex en vestigde er een Polizeigefängnis, die in de volksmond al snel de bijnaam Oranjehotel kreeg. Tussen 1940 en 1945 zaten hier meer dan 25 000 mensen gevangen voor politieonderzoek, in afwachting van een proces of vonnis, of om te worden doorgestuurd naar een concentratiekamp. Er zaten verzetsmensen, maar ook dieven, zwarthandelaars, Joden en Jehova’s getuigen.
Aan de hand van Duitse gevangenisadministratie, interviews, dagboeken, brieven, memoires en strafdossiers bestudeert Von Benda-Beckmann het dagelijks leven van de Scheveningse gevangenen, bewakers en andere betrokkenen. Hij laat zien dat hun achtergronden veel diverser waren dan vaak wordt aangenomen.