Evelien de Bruijn weet weinig van het Indische kampverleden van haar vader. Hij praat er niet over als ze opgroeit. Als ze vraagt wat er in zijn jeugd is gebeurd, geeft hij haar een brief, bestemd voor haar en haar broer, bedoeld om na zijn dood te lezen. Daarin beschrijft hij zijn jonge jaren in Nederlands-Indië, hoe de oorlog zijn leven binnensluipt en over de familieleden die hij verliest. Na de capitulatie van Japan komt hij, tijdens de bersiap, als jongetje alleen in een kamp terecht. De brief roept veel vragen op, want De Bruijns vader vertelt zijn verhaal in slechts zes pagina's.
De schatkamer van mijn vader is het verhaal van haar zoektocht naar het verleden van haar vader. Een indringende reconstructie waarin onbekende familieleden een gezicht krijgen en hun leed wordt blootgelegd. Ook dat van haar vader zelf. De Bruijn leert hierdoor haar vader eindelijk echt kennen en daarmee ook zichzelf.