Tegenwoordig vliegen we voor een habbekrats naar een tropische bestemming. Maar nog niet zo heel lang geleden was een vliegreis voor velen onbetaalbaar. Hoe gingen we toen op vakantie? Met de fiets, te voet, met de trein of zelfs met de auto. Met een imperiaal op het dak, de spullen vastgezet onder een klapperend zeil. Wim Daniëls schrijft over hoe we vroeger vakantie vierden. Over de eerste durfals die, al aan het begin van de vorige eeuw, Europa bereisden per fiets. Over de gezinnen die er in de jaren vijftig en zestig met de caravan op uit gingen, de wegenkaart op schoot, over kronkelige wegen die de reizigers dwars door stille dorpjes leidden. En over de mensen die in eigen land de zon opzochten, die naar de Wadden of naar Zeeland afreisden, gewoon kamperen met de tent. Dit vrolijk geïllustreerde boek neemt je mee naar de zomers van weleer.