Predikantsvrouw Ebby worstelt na twintig jaar huwelijk met haar rol in de kerkelijke gemeenschap, waar ze vaak wordt gezien als verlengstuk van haar man Paul. Ze verlangt ernaar haar eigen leven vorm te geven. Als haar ouders beginnen te kwakkelen, schiet ze hen meteen te hulp, maar dit legt druk op de sfeer thuis. Dan wordt Paul gevraagd een jaar lang in Tanzania te gaan werken. Ebby staat voor een levensveranderde beslissing die haar huwelijk en relatie met haar familie op de proef stelt.