Voor talloze juristen is kennis van akten en hun bewijskracht dagelijks van belang. Zij doen hun voordeel met deze eerste monografie over schriftelijk bewijs sinds 1988. De auteur werpt een praktisch licht op bewijs door geschriften, waarbij veelvuldig wordt verwezen naar de rechtspraak. Hoewel juristen er elke dag mee te maken hebben, is er sinds 1988 geen monografie meer verschenen over schriftelijk bewijs. Schriftelijk bewijs doorbreekt deze langdurige stilte met een praktisch overzichtswerk over met name gekwalificeerde geschriften, te weten: akten. De uitgave valt op door een uitgebreide, verdiepende en tegelijkertijd praktijkgerichte benadering van akten. Zo wordt stilgestaan bij de bewijskracht van de uiteenlopende relevante geschriften. De verdieping is zichtbaar in de gedetailleerde bespreking van alle bouwstenen die de akte vormen. In het eerste deel werpt de auteur een blik op akten vanuit het bewijsrecht. In het tweede verschuift dit perspectief, waarin juist wordt gekeken vanuit de akten naar het bewijsrecht. Bewijskracht akten Aan akten komt bijzondere bewijskracht toe. Dit is zowel bij onderhandse- als notariële akten het geval, hoewel deze tweede categorie juridisch het meest solide is. Bijzondere bewijskracht komt eveneens toe aan akten van ambtenaren van de burgerlijke stand en deurwaarders. Het is deze bijzondere bewijskracht die de bewijspositie versterkt van degene die zich in een geding op zo'n akte beroept. Kennis van verschillende akten en hun respectievelijke bewijskracht is in tal van rechtsgebieden van belang. Niet voor niets vormt deze titel een waardevol naslagwerk voor advocaten, rechters en notarissen die in hun dagelijkse werkzaamheden te maken krijgen met akten.