Deze publicatie beschrijft de grenzen en mogelijkheden die de Hoge Raad heeft om de verwijzingsrechter en partijen nader te instrueren. Centrale vraag hierbij is in hoeverre verwijzingsinstructies de kwaliteit # in het bijzonder de effectiviteit # van verwijzingsopdrachten van de Hoge Raad kunnen bevorderen. Wat staat er in het geval van een verwijzingsprocedure onherroepelijk vast? En wat is de taak en bewegingsruimte van een verwijzingsrechter na een verwijzing? Vragen zoals deze onderstrepen dat de verwijzingsprocedure niet vrij is van complicaties. In het bijzonder de kwestie omtrent de grenzen van de rechtsstrijd na cassatie laat zich niet eenvoudig beantwoorden. Elke verwijzingsprocedure draagt een risico tot misverstanden met zich mee. Om deze te voorkomen, kan de Hoge Raad de opdracht concretiseren door een of meer verwijzingsinstructies te formuleren. Verwijzingsinstructies in verband met de grenzen van de rechtsstrijd na cassatie onderzoekt hoe de Hoge Raad dit instrumentarium gebruikt # dan wel kan gebruiken # in het licht van de grenzen van de rechtsstrijd na cassatie. Deze titel dient als supplement bij de eerder verschenen uitgave #Omtrent verwijzingsinstructies#. Naast een grondige schets van de grenzen en mogelijkheden relevant bij verwijzingsinstructies, geeft de titel antwoord op de vraag in hoeverre verwijzingsinstructies de kwaliteit # in het bijzonder de effectiviteit # van verwijzingsopdrachten van de Hoge Raad kunnen bevorderen.