Het blijft één van de kernthema#s binnen het strafprocesrecht: het bewijs. Wanneer is er sprake van #bewijs#? Hoe wordt bewijs geleverd? En vooral: hoe kan effectief tegenspel worden geboden? Stuk voor stuk fundamentele vragen, die als een rode draad door het strafprocesrecht lopen. Deze uitgave biedt praktische antwoorden. Terwijl de wettelijke regeling van het bewijs in strafzaken de laatste honderd jaar weinig ontwikkelingen heeft doorstaan, geldt dit absoluut niet voor de rechtspraak zelf. De praktische uitvoering van bewijs verschuift daarmee. Soms op ingrijpende wijze, en snel. Bewijs buigt zich over dit kernthema binnen het strafprocesrecht. Met een scherpe praktijkgerichte blik maakt deze uitgave u op beknopte wijze wegwijs binnen het actuele bewijsrecht. Het werk besteedt niet alleen aandacht aan de bestaande praktijk, maar # voor zover nodig # ook aan de achterliggende theorie die nodig is om de praktijk te doorgronden. Zo doorgrondt u snel de actuele stand van zaken in de rechtspraktijk anno nu. De titel beantwoordt vele fundamentele vraagstukken waarop de bewijsvoering rust. Wat moet eigenlijk worden bewezen, en hoe worden de taken tussen officier en raadsman verdeeld? Wat kan precies gelden als bewijs, hoe wordt dit bewijs geleverd en # vooral # hoe kan de officier bij de bewijsvoering effectief tegenspel worden geboden? Hiermee biedt de titel met name voor de verdediging een praktische ruggensteun. Maar ook andere procesdeelnemers kunnen er ruimschoots hun voordeel mee doen.