Hoe functioneert de Wet bestuur en toezicht, die begin 2013 in werking trad? Deze uitgave werpt een empirische blik op drie belangrijke pijlers: het monistische bestuursmodel, de limiet op toezichtfuncties en het streefcijfer van 30% vrouwen in raden van bestuur en commissarissen. Verhelderend en koersbepalend. Begin 2013 maakte de Wet bestuur en toezicht haar intrede. Deze beoogde het tegenstrijdig belang van bestuurders en commissarissen tegen te gaan, limiteerde het aantal toezichtfuncties per persoon en streefde naar tenminste 30% vrouwen in het bestuur. Wat is de huidige stand van zaken rondom deze drie pijlers? Om de resultaten tot zover scherp in het vizier te krijgen, evalueerden het Instituut voor Ondernemingsrecht (Faculteit Rechtsgeleerdheid, Rijksuniversiteit Groningen) en het Institute for Governance and Organizational Responsibility (Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Rijksuniversiteit Groningen) gezamenlijk de Wet bestuur en toezicht. In Evaluatie Wet bestuur en toezicht zetten de onderzoekers hun bevindingen, conclusies en aanbevelingen helder op een rij. Ook wijzen ze op belangrijke nieuwe vraagstukken die zich in de praktijk voordeden. Het rapport verschijnt in een tijd waarin het ondernemingsrecht onderhevig is aan steeds snellere ontwikkelingen. Aan de ene kant door nieuwe wetgeving, waaronder de Wet bestuur en toezicht. Aan de andere kant door de toenemende Europese samenwerking, die op haar beurt nieuwe wet- en regelgeving met zich meebrengt. Een kritische tussentijdse evaluatie van deze nieuwe wetgeving is van groot belang. Dit rapport is het eerste evaluatieve onderzoek van deze omvang, gestoeld op empirische gegevens. De conclusies en aanbevelingen zijn relevant voor advocaten, bedrijfsjuristen, notarissen, rechters, juridisch adviseurs, accountants en ondernemers.