Met het budgetrecht stellen de Staten-Generaal en de regering samen jaarlijks de begroting vast. Ondertussen coördineert de Europese Unie het economisch beleid van de lidstaten steeds meer (denk bijvoorbeeld aan de maatregelen tijdens de eurocrisis). Maar wat zijn nu de juridische consequenties van Europese economische en monetaire integratie voor het Nederlandse budgetrecht? Daarover gaat dit proefschrift. Het nationale budgetrecht en Europese integratie spitst zich toe op de vraag wat de juridische consequenties zijn van Europese economische en monetaire integratie voor het Nederlandse budgetrecht. De Europese Unie coördineert het economisch beleid van de verschillende lidstaten immers steeds meer en die ontwikkeling kwam tijdens de eurocrisis in een stroomversnelling terecht. Maar wat betekent deze afstemming van het economisch beleid op Europees niveau nu voor het recht van het nationale parlement om de begroting mede vast te stellen? Dit proefschrift schetst het proces van Europese economische en monetaire integratie, vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot en met de crisismaatregelen tijdens de eurocrisis. Daarbij ligt de focus op de juridische aspecten van deze verschillende stappen van Europese integratie en de Nederlandse parlementaire behandeling ervan. Zo wordt duidelijk hoe de besluitvorming in het Nederlandse parlement rondom het Europese integratieproces heeft plaatsgevonden. Dit wordt vergeleken met de Duitse benadering van het Europese integratieproces, om duidelijk te maken dat het budgetrecht heel verschillend kan worden ingevuld, met belangrijke gevolgen voor de positie van het parlement. Dat is juist nu van belang vanwege de verschillende voorstellen voor verdergaande Europese integratie die inmiddels op tafel liggen. Dit proefschrift verschijnt als nummer 36 in de serie Staat en Recht en is een belangrijke uitgave voor eenieder die zich bezighoudt met (Europees) constitutioneel recht, Europese integratie en de economische en monetaire unie (EMU).