Niet eerder werd een vergelijkbaar (omvangrijk) onderzoek gedaan naar de proceduralisering van materiële EVRM-rechten, en zijn de indirecte procedurele positieve verplichtingen in kaart gebracht die voortvloeien uit de toetsingspraktijk van het EHRM zelf. De focus op de procedurele regels door het EHRM sluit aan bij de margin of appreciation en het subsidiariteitsbeginsel. Bovendien bevestigt dit proefschrift het beeld dat de EHRM-jurisprudentie zelf een breed scala aan extra verplichtingen met zich brengt, dus buiten de tekst van het EVRM om. Procedurele waarborgen in materiële EVRM-rechten is een proefschrift, dat handvatten biedt waarmee de nationale autoriteiten (bestuur en rechter) beter in staat zijn om EVRM-conforme nationale procedures in te richten en om zo EVRM-schendingen te voorkomen. DEEL I biedt een beschrijvende uiteenzetting van de procedurele positieve verplichtingen onder de artikelen 2, 3 en 8 EVRM en artikel 1 EP EVRM. Daarmee is dit eerste deel relevant voor bestuursrechtjuristen in de advocatuur, wetenschap, bij bestuur en rechterlijke macht. DEEL II van deze uitgave is met name cruciaal voor nationale rechters, omdat zij degenen zijn die ten aanzien van de indirecte procedurele verplichtingen het beste kunnen anticiperen op de toets van het EHRM. DEEL III biedt een overzicht van deze indirecte verplichtingen die bij naleving een eventuele EVRM-schending in Straatsburg kunnen voorkomen.