Tussen 1999 en 2004 is de positie van aandeelhouders in Nederlandse beursvennootschappen aanzienlijk versterkt. Dit gebeurde onder meer via wetgeving, zelfregulering en rechtspraak. In de jaren na 2004 pakte de positie van deze aandeelhouders in de praktijk echter anders uit dan was voorzien. Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen werden bijvoorbeeld kwetsbaarder voor aandeelhoudersactivisme, vijandige overnamebiedingen en overnamegeschillen. De positie van aandeelhouders in beursvennootschappen beschrijft de ontwikkelingen tussen 1999 en 2004 en analyseert de gevolgen, inclusief de correcties van de jaren erna. Niet alleen het recht wordt geanalyseerd, maar ook de gebeurtenissen en de ideeën uit die periode. Daardoor wordt de wisselwerking tussen rechtsontwikkeling en veranderingen in ideeën en feiten inzichtelijk gemaakt. Bovendien wordt in de uitgave stilgestaan bij de lessen die we uit deze periode kunnen leren - en welke perspectieven er zijn voor de ontwikkeling van het ondernemingsrecht voor beursvennootschappen. Deze uitgave is vooral interessant voor rechters, wetgevingsjuristen, advocaten en wetenschappers die zich met het ondernemingsrecht bezighouden.