In ons land gebeuren regelmatig rampen en incidenten, die door derden zijn veroorzaakt. Denk aan de vuurwerkramp in Enschede, de legionella- uitbraak in Bovenkarspel of het schietincident in Alphen aan de Rijn. In die gevallen functioneert het aansprakelijkheidsrecht niet naar behoren en krijgen slachtoffers hun schade niet of pas veel later vergoed. De overheid gaat daarom in sommige gevallen over tot de oprichting van rampenfondsen. De auteur onderzoekt welke rol rampenfondsen in Nederland kunnen hebben bij de afwikkeling van rampschade in het aansprakelijkheidsrecht. Zij gebruikt daartoe het perspectief van het aansprakelijkheidsrecht en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. In dit verdrag vindt zij aanknopingspunten voor een plicht van de overheid tot oprichting van rampenfondsen. Het onderzoek mondt uit in aanbevelingen voor de inrichting van rampenfondsen gebaseerd op ervaringen met fondsen uit het verleden. Daarnaast worden de contouren geschetst van een wetsvoorstel voor de oprichting van een structureel rampenfonds.